Libanon, ooit het Zwitserland van het Oosten waarbij Beiroet in één adem werd genoemd als het Parijs van het Midden Oosten, een sinds 1943 democratisch vormgegeven land met een goed ontwikkelde markteconomie, zou uiteindelijk verkracht worden door destructieve machten en daar tot op heden niet meer van herstellen.
De Libanese burgeroorlog (die duurde van 1975 tot 1990), zou het leven kostten aan bijna 150.000 Libanezen en er raakten nog eens 200.000 gewond. Ongeveer 900.000 libanezen werden uit hun huizen en woonplaatsen verdreven, de demografische kaart van Libanon werd definitief veranderd. De burgeroorlog vernietigde ook de Libanese economie en bracht het land in de greep van Syrië en militante Islamitische bewegingen zoals de Hezbollah.
Vanwege de aanhoudende terroristische aanvallen vanuit zuid-Libanon op Israël door de PLO en andere extremistische groeperingen, besloot Israël in 1978 en in 1982 Libanon binnen te vallen en de macht van de PLO in Libanon te breken, wat in 1982 ook lukte. De PLO, waaronder Yasser Arafat, weken uit naar Tunesië.
In 1990 werd het vredesakkoord van Taif gesloten, wat een feitelijke einde van de burgeroorlog inhield, hoewel vrede tussen de verschillende groeperingen nog ver te zoeken was.
Israel verliet Zuid-Libanon in 2000. Vanaf het moment dat het Israëlische leger zich had teruggetrokken nam Hezbollah Zuid-Libanon in bezit en de nog aanwezige gematigde Moslims en Christenen werden geintimideerd, vermoord of verdreven. Israël werd continue bestookt met raketten van Iraanse makelij vanuit Zuid-Libanon. Er zijn meerdere VN resoluties door de Veiligheidsraad aangenomen waarin werd geeist dat de Hezbollah zich zou ontwapenen en UNIFIL de controle zou krijgen, samen met het Libanese leger, over Zuid-Libanon. Hier is in de praktijk echter weinig van terecht gekomen. Hezbollah is nog altijd de geduchte Shi’itische militaire macht binnen Libanon en overtreedt daarmee de VN resoluties 1559 en 1701.
Syrië, als schuldige aangewezen voor de moord op de zeer populaire en toenmalige Premier Rafik Hariri, verliet Libanon in 2005. De protesten die volgden na de moord op Hariri worden aangeduid als de Cederrevolutie.
Maar ook sinds 1990 blijven er nog steeds slachtoffers vallen als gevolg van de veranderde machtsverdeling in het Libanese politieke veld, de aanwezigheid van extremistische Islamitische organisaties en de onmacht van de Libanese regeringen sinds 1990 om de soevereiniteit van Libanon en veiligheid voor haar burgers te garanderen.
Het is belangrijk om de geschiedenis na te gaan en te kijken naar de redenen achter het ontstaan van de burgeroorlog. Door het kennen van de feiten, zullen we beter kunnen inschatten welke gevaren vrede in het Midden Oosten tegenhouden en uit welke hoek deze gevaren komen. Libanon heeft als land een rijke geschiedenis die ver terug gaat in de tijd, en omhelst onder andere de tijd van de Feniciërs. Vanaf de eerste eeuwen na het ontstaan van het Christendom en ook tijdens de overheersing door het (Islamitische) Ottomaanse Rijk (ongeveer 400 jaar tot 1918) heeft het land een overwegend christelijke bevolking. Als na de eerste Wereldoorlog het Ottomaanse Rijk instort komt het Libanese gebied onder mandaat van Frankrijk. Tijdens een volkstelling van 1932 blijkt de bevolking in meerderheid uit Christenen te bestaan. Samen met de fransen vormen zij hoofdzakelijk het bestuur van Libanon en brengen het land tot ontwikkeling. In november 1943 wordt de nieuwe Libanese Regering in het leven geroepen. Dit markeert het begin van de onafhankelijke Republiek van Libanon. De franse troepen verlaten Libanon in 1946.
In de zomer van 1943 werd het zogenaamde Nationaal Pact gesloten waarbij werd bepaald dat de Maronitische Christenen geen buitenlandse inmenging zouden verzoeken in Libanon en dat ze Libanon accepteerden als een hoofdzakelijk Arabisch georiënteerd land. In ruil daarvoor zouden de Moslims afzien van het streven naar eenheid met Syrië. Verder werd bepaald dat tijdens een eventueel Arabisch conflict Libanon neutraal zou blijven. Ook werd bepaald dat de President van de Republiek altijd een Christen, de Premier altijd een Soennitische Moslim, de President van het Parlement altijd een Shiitische Moslim en de Deputy-Speaker van het Parlement altijd een Grieks-Orthodox Christen zou zijn. Dit unieke politieke systeem, Confessionalisme, was gebaseerd op de religieuze gemeenschappen van Libanon en gaf de basis voor de Republiek van Libanon.
Als reden voor het uitbreken van de Libanese burgeroorlog in 1975 wordt hoofdzakelijk de veranderende bevolkingssamenstelling van Libanon genoemd. De Moslimbevolking groeide sneller dan de Christelijke bevolking, waardoor de stemverhouding in het Parlement (gebaseerd op de volkstelling van 1932) niet langer de samenstelling van de bevolking vertegenwoordigde. In 1958 leidde dit tot een oproer van de zich achtergesteld voelende moslims, die door het Libanese leger en met hulp van de Amerikanen werd onderdrukt. Vanaf 1968 braken er gevechten uit tussen regeringsmilities en de PLO (in Libanon waren vele Palestijnse vluchtelingenkampen sinds 1948) en later ook andere Islamitische groeperingen.
Vanwege Zwarte September waren er sinds 1970 veel Palestijnse terroristen (onder het mom van vluchtelingen) naar Libanon gevlucht. In september 1970 probeerde de PLO (met steun van Syrië) Jordanië te destabiliseren en de monarchie van Koning Hoessein omver te werpen, zodat de PLO de macht in Jordanië kon overnemen. Koning Hoessein verhinderde deze coup met de hulp van Amerika en Israël. De spanningen in Libanon namen hierdoor echter hand over hand toe en resulteerden uiteindelijk in het uitbreken van de Libaneze burgeroorlog in 1975.
De rol van de PLO blijft vaak onderbelicht in het geheel van krachten die in het ontstaan van de burgeroorlog in Libanon een rol hebben gespeeld. In een serie artikelen willen wij daarom vooral de rol van de PLO onder de loep nemen en wijzen op de destructieve ideologie van de PLO vanaf het begin van hun ontstaan. Het is hoofdzakelijk de PLO geweest die door hun destabiliserende invloed en hun terroristische activiteiten tegen Israel (vanuit de vluchtelingenkampen in Libanon) het land Libanon in een burgeroorlog hebben gestort met alle gevolgen van dien. Helaas hebben de Westerse mogendheden in die tijd een vooral afwachtende houding aangenomen, met Amerika en de VN als hoofdrolspelers, en kwam men pas in actie toen het al te laat was. De destructieve ideologie van de PLO speelt ook vandaag de dag nog steeds een belangrijke rol in het leven en denken van veel leiders van de Palestijnse Autoriteit en de Hamas. Hiermee richten ze zich voornamelijk op het hersenspoelen van de Palestijnse bevolking en de media en streven ze nog steeds naar de vernietiging van de Staat Israel.
De Verkrachting van Libanon
Dit verslag verscheen in het tijdschrift “Factum”, december 1982 | by Paul Peterson | Edited by Crethi Plethi
De geschiedenis van de val van de Libaneze democratie is wel de meest tragische, die bij het PLO-streven naar verwoesting en macht, geschreven werd.
Libanon ontstond in 1943, nadat de Fransen hun mandaat over het land opgeheven hadden. De Christelijke meerderheid in het land stelde samen met de moslims een democratische grondwet en een politiek concept op, waardoor de rechten van Christenen en Moslims beschermd zouden zijn. Dit concept werd van tijd tot tijd in alle rust herzien.
De Libaneze democratie bleek goed te functioneren. Het land werd bekend als het “land van het Licht” en was een voorbeeld van het Midden Oosten, dat de wereld het bewijs leverde, dat Moslims en Christenen samen konden leven, werken en spelen. Beiroet werd het financiële centrum van het Midden Oosten. Het inkomen per hoofd van de bevolking lag er het hoogste. Libanon ging een glansrijke toekomst tegemoet, in een geest van wederzijdse achting en vertrouwen.
Vluchtelingen welkom in Libanon
Tijdens de oorlogen van de Arabieren tegen Israël, stelde Libanon zijn grenzen open voor de Palestijnse vluchtelingen. Men wilde deze oorlogsslachtoffers helpen. Door het gevoelige machtsevenwicht tussen Moslims en Christenen kon slechts aan enkele duizenden vluchtelingen het staatsburgerschap worden verleend. De Christenen waren bang, dat de herleving van een militante Arabische beweging hun veiligheid en hun rechten zou bedreigen.
Daarom ontvingen de Christenen bepaalde garanties, die vandaag de dag als “privileges” aangemerkt worden. De eerste garantie bestond daarin, dat de Libaneze Moslims zouden afzien van een Unie van Samenwerking (met Syrië). Daarvoor lieten de Christenen hun plan van een eventueel verzoek om bescherming door het Westen vallen. Beide partijen kwamen overeen, dat ze Libanon voorgoed als hun vaderland, als een soevereine, onafhankelijke Staat zouden beschouwen.
Om dit vast te leggen, en om de Christenen een sterker gevoel van veiligheid te geven, zouden de hoge regeringsposten zo verdeeld worden, dat deze beschermd waren tegen elke vorm van druk of verzoeking, waardoor de soevereiniteit of de onafhankelijkheid van de Staat in gevaar zou kunnen komen.
Democratie als gevolg van een kostbaar evenwicht
Het was duidelijk, dat deze vorm van verdeling van macht en verantwoordelijkheid, geen discriminatie van religies, gemeenschappen en volkeren betekende, maar het erkennen en het stilzwijgende toestemmen van het feit, dat de Christenen meer vrees voor de onafhankelijkheid moesten hebben, dan de moslims. Door deze garanties vatten de Christenen weer moed en de angst verdween. Dat heeft niet met de grondwet te maken, maar met een stilzwijgende overeenkomst. Deze overeenkomst maakte het de Libanezen mogelijk, hun land vergaand te ontwikkelen en voor lange tijd de vrede en stabiliteit veilig te stellen. Deze formule voor het samenleven van religieus en cultureel verschillende mensen, droeg vrucht, en internationaal werd Libanon als voorbeeld gesteld wanneer een land door religieuze en etnische strijd verscheurd, door deling en splitsing bedreigd, of door afscheidings- en racistische bewegingen aan de rand van de afgrond gedreven werd.
De PLO verstoort het evenwicht
De PLO-vertegenwoordigers onder de Palestijnse vluchtelingen brachten daar verandering in. Reeds in 1968 begonnen zij in Zuid-Libanon kampen in te richten, van waaruit doelen in Israël aangevallen werden. Ze zaten al vast in het zadel voordat de Libaneze regering de omvang van het gevaar onderkende. De Islamitische Premier Abdullah el-Yafi logenstrafte alle desbetreffende meldingen.
De Premier bevond zich in een dwangtoestand. Wanneer hij afdoende stappen tegen de militaire installaties van de PLO ondernam, moest hij rekenen met oppositie van de Moslims (die sympathiseerden met de Palestijnse zaak); liet hij de PLO hun gang gaan, zouden de Christenen op een gegeven moment tegen de aanwezigheid van Palestijnse terroristen in opstand kunnen komen; probeerde hij het Libaneze leger tegen de PLO in te zetten, zou het tot muiterij kunnen komen, omdat het leger verdeeld was in Christenen en Moslims. In plaats van afdoende maatregelen te treffen, sloot hij een overeenkomst met PLO-leider Yasser Arafat, die inhield, dat overvallen op Israëlisch gebied beperkt zouden worden, zodat de Israëli’s niet uitgedaagd zouden worden tot repressaille maatregelen.
Toen echter een EL-AL vliegtuig door de PLO gekaapt werd, vielen de Israëli’s de luchthaven van Beiroet aan en vernielden een aantal Arabische vliegtuigen: de regering van de Premier kwam ten val.
Confrontaties tussen het Libaneze leger en de PLO volgden elkaar steeds sneller op. De terroristen probeerden een Staat binnen de Staat te vormen en het democratische Libanon te vernietigen. De eerste stap werd in 1970 gedaan, toen Libanon onder druk van de Arabische Staten de PLO moest toestaan een eigen reguliere politiemacht te vormen, naast de al zwaar bewapende terroristen van de PLO, om de controle over de 14 Palestijnse vluchtelingenkampen over te nemen. De regering gaf de PLO bepaalde gebieden en liet alle terroristen die in de gevangenissen zaten vrij.
Terreur tegen Libanese burgers
Zinloze terreuracties tegen de burgers van Libanon verslechterden de situatie. Op 15 november 1970 omsingelden 15 PLO terroristen een huis in de stad Aitaroun. Drie van hen probeerden met geweld Mahmoud Faiz Mourad te ontvoeren en toen hij, zijn vader en zijn in de 9e maand zwangere vrouw zich verweerden, schoten ze hen neer.
De meest tragische gebeurtenis was het uitbreken van de burgeroorlog in april van 1975. Tijdens het uitbreken van de gevechten werden er over en weer vergeldingsacties uitgevoerd tussen de Falangisten (en andere Christelijke Milities zoals de Guardians of the Cedars en Tigers Militia) en de verschillende Moslimgroeperingen en de PLO. Het waren vooral de Christenen die het zwaar te verduren hadden door de dreigingen van terroristische organisaties. Hun vertwijfeling komt duidelijk uit in een bericht van het Libanese politieke magazine “Al-Hawadeth” van 11 juli 1975:
Tijdens een zitting achter gesloten deuren, die door de voorzitter van het Parlement, Kamil al-Asad bijeengeroepen was, bespraken de parlementsleden de situatie in het land. Het kwam tot heftig tumult en wilde beschuldigingen. Het liep hoog op en tenslotte stond de onafhankelijke Christelijke afgevaardigde Dr. Albert M’khebar op en verklaarde: “Ik zal mijn Libanees Staatsburgerschap teruggeven, het Israëlische aannemen en openlijk in de hele wereld mijn afkeer van de Arabieren en het Arabische Nationalisme kenbaar maken als dat werkelijk zo is zoals het in Libanon tot uitdrukking komt…”
De Libanezen waarschuwen Israël voor de PLO
Enkele dagen later, op 14 juli 1975, publiceerde TIME een brief, waarin dezelfde overtuiging tot uitdrukking kwam:
Nu begrijp ik, waarom Israël zich verzet tegen het voorgestelde ‘democratische Palestina’, waarin Israëli’s en Palestijnen zouden samenleven. Het schrikwekkende voorbeeld, dat de Palestijnen ons momenteel in Libanon geven, is naar ik geloof, meer als genoeg om Israël voor een dergelijke val te waarschuwen.
Ik ben een burger van Libanon. Mijn broer en twee neven werden door Palestijnen koelbloedig in hun eigen huizen neergeschoten. Ik zie de dag reeds naderen, waarop ons volk om te kunnen overleven zich tot Israël zal keren, omdat we hetzelfde lot delen: de strijd om het bestaan.” Elis Marvun, Beiroet
De strijd escaleert. Tijdens de laatste januari-dagen van 1976 (18 januari 1976) vielen Christelijke milities de kleine stad Karantina, aan de kust voor Beiroet, aan. Karantina was een kleine stadswijk van het Christelijke Oost-Beiroet. Dit gebied echter werd gecontroleerd door de PLO en vanuit dit stadje waren granaten op Christelijke gebieden afgevuurd en via de zee kwam hier vijandelijke versterking aan land voor terroristische aanvallen op Oost-Beiroet. Tijdens de gevechten vielen 1500 doden. De bewoners van het stadje werden gedwongen te vertrekken en de woningen werden met de grond gelijk gemaakt.
Als gevolg hiervan gingen Moslims als razenden in het land tekeer en vele slachtpartijen waren het gevolg. In het bijzonder kreeg de Christelijke stad Damour, 20 km ten zuiden van Beiroet, met de woede van de PLO te maken (20 januari 1976). Nadat ze de stad overrompeld hadden, werden de gevangen genomen Falangisten geexecuteerd, samen met ongeveer 584 burgers uit het stadje. Huizen werden met de grond gelijk gemaakt, Christelijke begraafplaatsen onteerd en overal in de stad werd op muren portretten getekend van Yasser Arafat en PLO strijders. In 1982 heeft de Falangistische Damour brigade, uit wraak voor het Damour bloedbad van 1976, in de PLO kampen Shabra en Shatila een slachting aangericht.
President Suleiman Franjieh
Een verslaggever van de Los Angeles Times bericht over het bloedbad:
Moslims en PLO-terroristen doorkruisten de stad en schoten op de huizen. Men kon de Christenen daarbinnen horen roepen. De President van Libanon, Suleiman Franjieh, gaf een verklaring af: “Libanon heeft de Palestijnen een schuilplaats geboden en ons loon is de vernietiging van Libanon en de uitmoording van zijn bewoners. Ik heb de Palestijnse zaak 35 jaar lang gediend, maar ik heb nooit gedacht, dat er nog eens een dag zou komen, waarop ik God zou moeten vragen om vergeving van de zonden een volk gesteund te hebben, dat geen steun verdiende.”
De minister van binnenlandse zaken verzocht de Verenigde Staten en de Verenigde Naties in te grijpen en de orde te herstellen. President Ford kondigde aan, dat de VS zich niet in de strijd zouden mengen. Minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger waarschuwde alle buurlanden (en in het bijzonder Israël) ervoor niet aktief aan de gebeurtenissen deel te nemen. Precies op dat moment kwamen de PLO troepen uit Syrië, door Rusland opgeleid en ondersteund, over de grens het land binnen om in Libanon de macht over te nemen. De laatste melding van de Amerikaanse CIA luidde: “Er is niets wat op een invasie in Libanon wijst.”
Op dezelfde krantenpagina stond echter ook de kop: “Christelijke militieleden tonen de passen van Syrische soldaten, die in de strijd om Libanon gedood werden. VN beeindigt 14-daagse debatten over het Midden Oosten.”
Het eerste artikel bewees de aanwezigheid van geregelde Syrische troepen bij het PLO-invasieleger. Het tweede artikel berichtte over de slotdebatten binnen de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, die gedurende twee weken een vertegenwoordiger van de PLO aangehoord had, die de vorming “van een buitengwone, democratische Staat in Palestina” eistte.
Eens bestond er een buitengewone, democratische Staat Libanon — een zorgvuldige geplande en onderhouden democratie van Christenen en Moslims. Hij werd vernietigd door de Palestijnse PLO.
U kunt deel 2 hier lezen.
[…] verkracht worden door destructieve machten en daar tot op heden niet meer van herstellen. Read More »google_ad_client = "pub-3667441628576694"; google_alternate_color = "FFFFFF"; google_ad_width = 728; […]
Helder en duidelijk verhaal, goed geschreven!
Super interessant en informatief. Keep it up!
[…] Libanon als Doelwit On 01.25.10, In Lebanon, Nederlands, The Middle East, By Crethi Plethi Dit artikel is een vervolg (deel 2) op het eerder gepubliceerde artikel De Verkrachting van Libanon. […]